Gesprekken met Jan M. Verburg
Door Maureen Vreeburg
ZONDAG 22 augustus 2021
door Maureen Vreeburg
foto: Sharon Vreeburg
ALLES WAT JE KAN BEDENKEN IS WAAR
“Everything you can think of is True” is een zin uit de songtekst van Tom waits, waarvan Jan mij zo’n vijf jaar terug een boekje liet zien met tekeningen van hem. Als een soort vertaling van de lyrics naar tekeningen. Ik was in één klap verliefd. Dit is waar mijn 2 liefdes samenkomen, illustraties en muziek! En dan ook nog Tom Waits! Ik kende het album ‘Alice’ toen nog niet.
Nu, jaren verder, heb ik dit album zelf al tig keer geluisterd. Het is lange tijd Jan’s favoriete Tom Waits album geweest.
Ik was afgelopen zondag bij de boekpresentatie van Tom Tippelaar en achteraf zat ik nog even met Jan en mijn zus Sharon op een terrasje. ‘Jan, ik moet echt weer afspreken’, zei ik. ‘Maar ik heb het zo druk’. Hoe Jan deze gekte ook volhoudt, met steevast 3 dagen in de week (soms meer) op en neer naar Lochem op zijn Vanmoof fiets, weet ik ook niet. ‘Maar ik moet wel weer met je kletsen, anders kan ik geen verhalen schrijven!’ Dus vrijdagavond toch gepland om samen te gaan eten, met Sharon erbij, in zijn atelier. Ik wilde weer zo graag zijn muziekboekjes zien, het was immers al lang geleden dat ik er een paar heb bewonderd.
Eerst hebben we Surinaams gegeten, wat Jan afhaalde op de Varkensmarkt. Hij is ooit bevriend geraakt met de vrouw die er werkt, omdat ze elkaar in Paramaribo tegenkwamen. Jan zat er al een maand. Ineens hoorde hij: ‘Hé, meneer Jan!’ Stomverbaasd keek hij op. ‘Hoe ken je mij?’ ‘Van de Varkensmarkt in Deventer!’, antwoordde zij. Wat een toeval, onvoorstelbaar. Sindsdien hebben ze wel een speciale band.
Maar goed, het was overheerlijk eten! Ik vond alleen het kokoswater met stukjes, die Jan er heel lief voor ons bij had besteld, niet zo lekker. Achteraf bracht ik het beschaamt naar de keuken en zei het tegen hem. Hij lachte. ‘Lach je me nou uit?’, vroeg ik. ‘Ja’, zegt hij zonder twijfel met een grijns.
Na het eten zette Jan koffie en was het tijd voor de muziekboekjes! Jan is zelf groots muziekfan en ik vind het erg leuk om over te schrijven, juist omdat dat de eerste connectie was die ik met Jan had, onze gedeelde liefde voor artiesten als Tom Waits, Nick Cave en The Kinks. Jan heeft nou niet bepaald muziek van huis uit meegekregen, zoals dat bij mij wel het geval is. Zijn ouders hadden wel een platenspeler, maar luisterden alleen naar klassieke muziek, zoals Bach, allemaal religieus georiënteerde muziek. Hij leerde muziek kennen van zijn schoolvrienden toen.
Zijn allereerste plaat, die hij kocht rond zijn 13e/14e, was Blonde on Blonde van Bob Dylan en zijn eerste single ‘Tous les garçons et les filles’ van de Franse Françoise Hardy. Jan vertelde dat ze een Frans ‘zuchtmeisje’ was. Het was bij een populair muziekgenre in Frankrijk, een soort erotisch ondertoontje had het, gezongen als een ‘jong zuchtend meisje’. Jan was ook in de hippietijd fan van The Incredible String Band, heel lieve muziek vond hij het. Jan was eigenlijk net te jong om echt deel uit te maken van de hippiebeweging. Zo kende hij toen nog wel ‘CCC Inc.’ Die woonden toentertijd in een commune in Drenthe.
Ik vroeg hem ook of hij grootse artiesten als Tom Waits live gezien heeft ooit. Maar hij vertelde dat hij niet zo van grote concerten houdt, veel te druk. Wel was hij vroeger vrij regelmatig bij Paradiso te vinden. Één van zijn eerste concerten was The Stranglers en hij heeft Talking Heads live gezien.
En toen liet hij één voor één de boekjes zien. Hij pakte steeds een boekje en ik zocht dan het nummer erbij op zijn Ipad, ik drukte op start en hij begon dan de bladzijden om te slaan en ondertussen soms mee te zingen.
The Band – Long Black Veil
Dit nummer heeft Jan vertaald in zijn boekje. Achteraf vindt hij eigenlijk dat hij dat niet had moeten doen. Dit omdat hij zichzelf geen goede vertaler vindt. Hij had het toen vertaald, omdat hij het eerste boekje wat hij maakte, ‘The Fish and the Whale’ van Tom Waits, voor twee jonge meisjes maakte. Toen zat hij in die ‘mood’ en vertaalde hij al zijn boekjes een tijdje lang.
In Amerika was een traditie van liederen maken over moorden: Murder Songs. Dit nummer gaat over dat iemand wordt vermoord en dan wordt er iemand voor aangeklaagd. Alleen hij verdedigt zichzelf niet, omdat hij een affaire met de vrouw van zijn beste vriend had en dit mocht niet aan het licht komen. Dan wordt hij opgehangen. Het lied is eigenlijk gezongen vanuit het graf van die jongen. Dit vertelde Jan vooraf aan het laten zien van het boek en nummer.
Ik vond het een heel tragisch nummer en vooral met de tekeningen erbij. Helemaal in zwart-wit gemaakt en ook duister. Hoe de vrouw huilend bij zijn graf staat is zo mooi in beeld gebracht, het raakte mij echt. Grafisch is het ook een donders mooi boekje, ook omdat de verschillende tekeningen soms in elkaar overlopen.
Normaal – D’n Huulende Waakhond
Grappig, je zou Normaal niet zo snel verwachten bij Jan. Eigenlijk luisterde hij de muziek ook niet zoveel, maar dit nummer vond Jan erg mooi. ‘Poëzie is het’. Het is in het plat Achterhoeks. De hond die Jan tekent in het boekje was eigenlijk de hond van een vriend van hem, Kiet. Het boekje is ook opgedragen aan Kiet. Wat leuk was, was dat Jan toen de tekeningen naar de gitarist van Normaal stuurde en hij meteen zei: ‘Hey, dat is mijn hond!’. De gitarist had blijkbaar precies dezelfde hond, wat een mooi toeval! Ook leuk, de zondag van de boekpresentatie kwam de gitarist van Normaal ook langs. Hij vertelde Jan nog dat ze als ze dit nummer live speelden, ze wel eens de tekeningen van Jan projecteerden achter hun op het podium. Dat vond Jan wel heel leuk om te weten, hij wist dat niet eens.
Dit boekje is weer in kleur gemaakt. Ook al zitten er bepaalde herhalingen in de tekst, geen enkele tekening is hetzelfde. Net weer vanuit een andere hoek. Ook de sterrenlucht is echt doordacht getekend, je kan de sterrenbeelden erin zien.
Ik vroeg na een aantal bekeken muziekboekjes hoeveel boekjes hij eigenlijk had. Hij keek me met een speelse lach aan en zei: “Hoeveel tijd heb je?”
Tom Waits – Everything You Can Think Of Is True
Dit boekje maakte hij in 2018. Hij tekende de ruwe schetsjes tijdens een treinreis. Deze heeft hij later thuis helemaal ingekleurd en op zwart papier geplakt en tot een boekje gebonden. Dit boekje hadden we al eerder gezien, maar het is wel één van mijn favorieten. Ook wel omdat het door de absurde tekst heel leuk is om te tekenen. Daarom waren we ook heel enthousiast toen hij deze weer tevoorschijn pakte. Omdat dit boekje veel later is gemaakt dan de eerdere serie boekjes, is deze ook niet vertaald. Jan kan dit nummer makkelijk geheel meezingen. We werden alledrie gewoon een beetje melig van hoe heerlijk de tekst is. “Your teeth are buildings with yellow doors”, “Ja, zo voel ik dat dus ook altijd ‘s morgens”, grapte Jan lachend.
Tom Waits – Watch Her Disappear
Dit is het 3e boekje van dit album wat we zagen (‘Fish and Bird’ zagen we eerder). Dit nummer is alsof Tom Waits een verhaal vertelt, het is meer ‘spoken word’ dan gezongen. Jan heeft deze tekeningen apart op een soort karton gemaakt, één en al in paarse en gele kleuren. Één van mijn favoriete kleuren combo’s. Het origineel glanst schitterend en ook hier lopen de landschappen van de verschillende tekeningen heel mooi in elkaar over.
PJ Harvey – The Dancer
Op dit werk was Jan zelf erg trots, omdat het zijn meest gedetailleerde boekje is, echt precisiewerk. Ik ben erg fan van PJ Harvey, maar dit nummer kende ik nog niet! Het is een heel krachtig nummer met minstens zulke krachtige tekeningen van Jan! De tekst in het boekje is vertaald door Frederike Scholing. In de tekeningen zijn veel invloeden te zien van inspiratiebronnen van Jan. William Blake is te zien, vooral in de weergave van de zon. Maar ook zie je in de landschappen Albrecht Altdorfer (Duitse kunstschilder uit de 15e eeuw) en Matthias Grünewald (ook Duitse kunstschilder uit die tijd). Wat ik ook erg mooi vond, was de sterke emoties die je ziet bij de vrouw. Jan vergeleek het zelf met de begintijd van de film, toen acteurs in stille films hun emoties heel theatraal uitdrukten.
En toen even heel wat anders…
Frank Zappa & Captain Beefheart – Hot Rats
Eigenlijk is dit een heel lang nummer op het album Hot Rats van Frank Zappa. Bij het beginstuk doet Captain Beefheart mee en van dat stuk heeft Jan een boekje gemaakt. Wat zo leuk is, is dat Captain Beefheart het in Amerikaanse ‘slang’ zingt, daarom heeft Jan het in het plat Haags vertaald! Het zijn heerlijke, grove en ruige tekeningen, lekker druk en punkie. Ik vind het te gek! Het nummer ging zo vlot dat Jan het niet meer bij kon houden met bladzijden omslaan. “What the fuck?” riep Jan haastig, prachtig. Er zitten ook wel echt shocking plaatjes in. Zo zit er de beroemde foto ook in gestopt van Robert Mapplethorpe, van een zwarte man in een pak met zijn penis uit zijn broek hangen.
Ramones – Sheena is a Punkrocker
Om even in de sfeer te blijven pakte Jan deze erbij. Dit nummer ken ik zeker. Dit boekje heeft hij ook echt ‘op z’n punks’ getekend, met de letters als uitknipsels en foto’s erbij geplakt. Het was een supertof, speels, punkie geheel. Het boekje is opgedragen aan Aviva, de enige echte Sheena volgens Jan. Aviva heeft het ook vertaald, lekker vrij ook trouwens. Ze was een stuk jonger dan hij, maar toen de punk opkwam, dook zij daar helemaal in. Ze werd toen ook Sheena genoemd. Jan zelf hield toen ook wel van punk. Hij heeft zelfs de Sex Pistols nog live gezien, in een duistere fabriekshal in Eindhoven of Den Bosch, toen ze een onverwachte tour door Nederland deden.
Billie Holiday – Strange Fruit
We eindigden met weer heel wat anders. Een heftig, zwaar einde van de boekjes voor deze avond kan je wel zeggen. Ik ken dit nummer pas sinds kort (schandalig, ik weet het), doordat ik in Berlijn een film over Billie Holiday zag. Het nummer gaat over toen vroeger in Amerika het lynchen van zwarte mensen heel veel plaatsvond. Toen was de Ku Klux Klan ook erg actief. Vreselijk! En het ergste is, het gebeurt nu nog. Ik lees dat er vorig jaar in 3 weken tijd 4 zwarte mensen opgehangen zijn gevonden…
Jan heeft dit nummer heel emotioneel getekend. Hij zei dat hij het ook bijna niet trok om het te tekenen. Hoe het bloed van de bomen druipt en de lichamen in de wind waaien… Hartverscheurend.
Toen moesten we echt ophouden, omdat ik eigenlijk al mijn trein wilde halen. Maar we raakten opnieuw aan de praat, over tweeling zijn. Hij zocht er weer een afbeelding uit zijn favoriete anatomieboek bij, en voor we het wisten hadden we weer een trein gemist… Dus de rest van de boekjes is weer voor een andere keer.
MAANDAG 2 augustus 2021
door Maureen Vreeburg
DE OPENING
Ik schrijf al wekenlang over Jan M. Verburg, maar ik wil ook een moment nemen om te schrijven over het team op Jan heen, die zitten verstopt achter de schermen. Want wauw, wat een hardwerkend, creatief team heeft Jan bij elkaar verzameld voor zijn tentoonstelling! Ik kijk vol bewondering toe hoe bijna elke week vast wordt vergaderd en iedereen alles op alles zet om deze tentoonstelling geweldig te maken!

En dan kan nu de tentoonstelling echt beginnen!
Lieve Gerthe, die met haar magische woorden alles voor elkaar kan krijgen en elke week haar huis openstelt voor de vergaderingen. Ik mocht zelfs een keer haar Vanmoof fiets lenen. Naast dat ze een te gekke regelaar is, zet ze ook heerlijke koffie! Volgens Jan is ze de ‘godmother van Lost Paradise’.
Jaap en Jopie, een efficiënt koppel vol met goede ideeën. Jaap, ‘de maestro van de kunst en cultuurhistorie’, aldus Jan, schrijft prachtige stukken tekst en regelt de persberichten. Jopie heeft de complete website gemaakt! En nog maar te spreken over alle andere taken die ze op zich neemt, zoals het drukwerk en contact zoeken met andere bronnen. Oh, en zij heeft de flyer ontworpen!
Margreet, die wonderbaarlijk alles zo goed kan volgen tijdens de vergaderingen, die soms alle kanten op gaan, en binnen een mum van tijd alle notulen verstuurd heeft. Ze heeft rake opmerkingen en helpt overal waar nodig.
Boeije, de echte Lochemer in ons midden. ‘Een rots’ volgens Jan. Hij was altijd de eigenaar van boekhandel Lovink. Naast dat hij een heerlijk gevoel voor humor heeft, is hij ook heel betrokken en denkt hij over alles mee en heeft hij vele connecties.
En natuurlijk Joost, die al meer dan 50 jaar samenwerkt met Jan, en stiekem de hele reden dat deze tentoonstelling plaatsvindt! Ik zie hem echt als de sidekick van Jan, of andersom…
Afgelopen zondag was het zover: de speciale opening voor genodigden! Nadat er dagen was opgebouwd en voorbereid was het zover. Er werd gesoundcheckt, vele glazen werden bij de ingang gevuld met wijn en sap. Ik maakte nog een grote blunder door mijn sd kaart van mijn camera te vergeten, maar Jopie redde me door naar huis te rijden en die van haar uit te lenen!
Het was een spektakel! Jan heeft met Maaike Folmer (zijn buurvrouw), Jeroen Diepenmaat en Twan Sallaerts een prachtige soundscape gemaakt. Ook is hij een samenwerking met de verfrissende creatieveling Vera Bon aangegaan. Jan droeg favoriete gedichten op en zij maakte muziek. Ze speelde eigen nummers die ze met zoveel kwetsbaarheid uitvoerde dat iedereen er kippenvel van kreeg. Het was haast magisch om alles zo goed op zijn plek te zien vallen. De Opening was waanzinnig om bij te wonen en ik ben dan ook zeker blij om het 2x te hebben kunnen zien. Om Jan zo op het podium te zien staan, als een ware legende (wat hij ook is voor mij) was betoverend. Het doet me denken aan de conversatie die ik ooit met hem had over de energie die Nick Cave bij zich draagt op het podium. Ik omschreef het als een soort god. Jan moest er wel om lachen toen, maar snapte me zeker. Misschien lijkt het wat overdreven om Jan met Nick Cave te vergelijken, maar ik moest er zeker aan denken. Jan transformeerde in een echte performer, met zijn theatrale uitvoering.
Dan was Jaap er nog om de werken van Jan extra aanvulling te geven en betekenis. Zo vertelde hij over de geschiedenis van de leporello en noemde hij dat de tentoonstelling eigenlijk het thema tijd heeft. Het is een soort reis door de tijd, net als dat het een reis door verschillende landen is.
Daarna werd Gerthe de presentatrice.
Irma Boom en haar man Julius werden vervolgens naar voren gehaald om een cadeau van Jan in ontvangst te nemen en aan Joost Carlier werd het eerste exemplaar gegeven, omdat het boek aan hem en Peter Giele (Roxy) is opgedragen.
Al met al was het een geweldige dag en voor mij zo’n mooie ervaring! Ook om al Jan’s personen uit zijn leven te zien, mensen waar ik veel over hoorde, maar nooit gezien had. Het voelde als het einde van Tim Burton’s Big Fish, voor degene die die film kennen. Hierin komen alle mensen uit de hoofdpersoon’s vader’s verhalen bij elkaar.
En ik heb voor het eerst in meer dan 2,5 jaar weer een evenement gefotografeerd en ik was niet eens zenuwachtig, dus ook ik heb weer een mijlpaal behaald!
En dan kan nu de tentoonstelling echt beginnen!
DONDERDAG 15 juli 2021
door Maureen Vreeburg
Tegen sluit verscheen hij ineens bij de Bagels met twee fietsen. Hij nam nog een grote cappuccino terwijl hij op me wachtte en toen ik klaar was kwam ik bij hem. “We gaan de stad uit.” zei hij. Ik vond het prima en volgde hem. Eenmaal op de fiets vroeg ik hem waar we eigenlijk heen gingen. Hij vertelde dat hij al de hele dag thuis gezeten had en buiten wilde zijn. Ik vond het heerlijk, zo lekker spontaan erop uit! Hij nam mij mee naar Hof van Twello, waar we lekker rond wandelden. Het restaurant bleek helaas gesloten te zijn, dus via een mooie route fietsten we naar een tentje vlakbij De Worp, aan de IJssel. Daar zijn we lekker aan een tafeltje gaan zitten met prachtig uitzicht op de IJssel en de skyline van Deventer.

Ik had afgelopen zondag afgesproken met Jan om na mijn werk bij hem te eten.
We hadden mooie gesprekken, erg persoonlijke wel. Over trauma’s, verlies, gekke dromen en het lot. Maar ook praatten we over honden gehad hebben. Geloof het of niet, Jan had ooit een mini Dobermann Pinscher, maar daar was hij helemaal niet geschikt voor ook. Ik vind hem ook echt niet het type voor een kleine hond.
Maar in die tijd werkte hij in de zwakbegaafde zorg. Zoals veel jongeren, wilde Jan toen hij een oproep kreeg voor dienstplicht principieel niet het leger in. Sommigen braken expres botten om afgekeurd te worden, anderen (zoals mijn vader) kozen voor meer controversiële manieren om er onderuit te komen. Jan koos ervoor om officieel zijn dienstplicht te weigeren. Daarom moest hij in vervangende dienst. Hij ging bijna 2 jaar, 21 maanden, lang werken in een mentaal instituut voor zwakbegaafden. Voor hem was dit een heel leerzame en interessante tijd, maar ook wel heftig.
‘Van volstrekt plantaardige idioten tot reusachtige agressieve debielen. De meest bizarre uitwassen van mensen waren er’, zoals Jan het subtiel uitdrukte. Er waren ook mensen met waterhoofden of microcefalen. Jan leerde niet meer vies te zijn van stront of pis, want hij moest ook mensen wassen en helpen omdraaien. Mensen die hun leven lang op bed lagen. Kasplantjes, werden ze vroeger genoemd. Een vrij onmenselijke term als je het mij vraagt. Als enige liep hij niet rond in een witte lange jas, dat vond hij niet nodig, want het waren gewoon mensen. Hij merkte hierdoor ook dat hij een goede band had met de mensen. Jan kon sowieso goed met deze mensen omgaan, zijn jongste broer had immers Down Syndrome. Hij kreeg op het einde een groep van 8 mannen die allemaal niet in een groep pasten, allemaal buitenbeentjes die weer bij elkaar gestopt waren. Zo was er één man, een reus van een kerel en overal behaard. Hij had om de paar weken een enorme geweldsuitbarsting. Dit kon je een beetje aanvoelen, maar je wist nooit precies wanneer het zou gebeuren. In de eetzaal waren heel zware tafels met metalen palen die aan de grond vastgeschroefd waren.
Maar tijdens zo’n uitbarsting kon die man een tafel zo uit de grond rukken en door een ruit gooien, zo sterk was hij. Jan vergeleek het met Chief Bromden uit ‘One Flew Over The Cuckoo’s Nest’ die wasbakken lostrok.
Jan behaalde in deze tijd ook zijn Z-diploma, diploma voor zwakbegaafde zorg.
Ik vond het erg boeiend om te horen over deze tijd van Jan’s jonge jaren. Soms klinkt het alsof hij meerdere levens heeft geleefd.
Na het heerlijke eten fietsten we terug naar zijn atelier. De hele fietstocht lukte het mij om soepel op en af te stappen van zijn fiets (waar een hoge stang zit), maar toen we bij hem thuis aankwamen en zijn buurvrouw net meekeek, tilde ik mijn been niet hoog genoeg op en viel ik half om op Jan.. niet mijn beste entrance. Hier kletsten we nog na en wilde Jan de tekening inkleuren die hij tijdens onze gesprekken maakte. Dit deed hij in een paar minuten, omdat ik mijn bus moest gaan halen.
DONDERDAG 24 JUNI 2021
door Maureen Vreeburg
Jan ontmoet Dalí.
Jan kwam donderdagavond bij mij en mijn vriend in Amersfoort dineren, omdat ik hem een documentaire over Berlijn wilde laten zien waar ik gek op ben: B-movie: Lust and Sound of West-Berlin 1979 – 1989. Ik had Sharon ook uitgenodigd van wie hij die avond nog een mooi portret getekend heeft.
Tijdens het eten hadden we weer heerlijke gesprekken over reizen. Jan vertelde over zijn trip door Spanje.

Toen Jan net in zijn eerste jaar van de kunstacademie zat, besloot hij op zijn 17e, met slechts 100 gulden op zak, voor het eerst alleen, 5 weken door Spanje te gaan reizen. Hij sprak niet eens Spaans. Al liftend kwam hij in Spanje. Hij sliep overal. Bij mensen thuis, maar ook in hutten, schuren, bermen en rioolbuizen.
Plots vertelt Jan dat hij bij Salvador Dali’s huis geweest is en hem in levenden lijve gezien heeft. Ik stond zo perplex over de subtiliteit en bescheidenheid waarmee hij zo’n bijzondere en coole herinnering vertelde, dat ik niet naar details heb kunnen vragen (dit heb ik een paar dagen later nog wel gedaan, want ik wilde het toch wel graag weten). Ik heb het al tientallen keren met Jan over Dali gehad en nooit eerder is het in hem opgekomen om dit te noemen. Ik kan je vertellen, als ik Dali ontmoet had, hoefde je zijn naam maar te laten vallen en ik had dat feit wel genoemd. Niet om op te scheppen (oké, misschien een beetje dan), maar vooral uit enthousiasme. Maar goed, Jan heeft dus Salvador Dali ontmoet in zijn huis.
Hij was namelijk afgereisd naar het dorp van de grootmeester, Port Lligat, en bezocht ook zijn huis. Bij het huis was een groep van mensen die hem uitnodigde naar binnen te gaan. Bij binnenkomst stond er naast de deur een grote opgezette Grizzlybeer. Op het platte dak zat hij in een grote kring van zo’n 30 mensen, volgens Jan ‘allemaal super-de-luxe hipper dan hip hippies’. Toen Dali in zijn lange, wijde mantel de ruimte binnenstapte met opgeheven armen, kusten de mensen zijn handen. Ze aanbaden hem als een god. Tiener Jan kon niets anders dan met rood hoofd vol verwondering staren. Toen Dali bij hem kwam gaf hij hem vriendelijk een hand. Jan vertelde me: ‘Hij vroeg: “? Quién eres tú?”. Ik stamelde “Jan from Olanda”. “Ah, Juan Vermeeroooo di Olanda!” antwoordde Dali.’ Later sliep Jan nog in een herdershut gebouwd van platte stenen op elkaar aan de rand van het dorp, waar hij ook nog een keer uitgejaagd is. Vanuit daar zag hij ’s ochtends hoe Dali zijn serval uit aan het laten was door het dorp langs de haven.
Ik vroeg nog aan hem of hij toen zijn tekenblok bij zich had. Met pijn in zijn stem zei Jan dat hij toen nog niet tekende ‘on the road’. Toen bespraken we hoe zonde dat was. Dat zette mij en Sharon wel aan het denken, want waarom is het zo belangrijk dat zo’n grootse herinnering vastgelegd wordt? Ik, als moderne Westerse twintiger ben zo bezig met alles moeten vaststellen, alsof je het moet bewijzen, want anders is het niet gebeurd. Maar dit verhaal van Jan, de herinnering, het verhaal wat hij eraan overhoudt, dat is toch eigenlijk al een relikwie op zich? Iets om te koesteren. Zo’n herinnering vergeet je ook niet meer, misschien de details wel, maar dat kan een tekening of foto ook niet vastleggen.
Later die avond toen we de film aan hadden staan, noemde Jan ook vluchtig, nonchalant tussendoor dat hij als violist in een band heeft gespeeld. In mijn hoofd popten meteen honderden vragen op, maar we waren gefocust de film aan het volgen, dus hier kom ik misschien op terug. Maar dit bewijst maar weer, Jan M. Verburg, de bescheiden geniale kunstenaar, heeft talloze parels van verhalen, en als je denkt hem echt te kennen, ben je nog niet eens in de buurt.
VRIJDAG 11 JUNI 2021
door Maureen Vreeburg
Jan is de laatste tijd weer enorm druk… hij heeft net een klus afgerond voor een filmdecor.

Jan is de laatste tijd weer enorm druk. Naast dat hij druk bezig is met alle voorbereidingen voor de expositie, gaan zijn andere klussen ook gewoon door. Hij heeft net een klus afgerond voor een filmdecor. Hiervoor moest hij een aantal schilderijen maken en op locatie in Den Haag een muurschildering maken. De schilderijen zijn sexy en punk. Ik vind het zo mooi om te zien hoe Jan zich weer door allemaal andere kunstenaars laat inspireren voor een zo’n klus. Hij is helemaal gedoken in de sferen van de 80’s punk/new wave stijl voor deze opdracht. Hij was er flink druk mee geweest, omdat de opdrachtgever niet meteen tevreden was. Eerst waren er een paar ‘te illustratief’ en sommigen ‘te erotisch’. Maar het eindresultaat is schitterend en de opdrachtgevers zijn inmiddels ook fan van de werken van Jan M. Verburg.
Ik kwam bij hem langs voor het Lowlands boek en zag de voltooide werken liggen die hij nét die middag afgemaakt had. Ik bewonderde de werken en Jan werd er enthousiast van en begon meteen te vertellen. Ook zag ik een boek open op tafel liggen met een heel tof werk in beeld. Ik vroeg erna. Hij vertelde dat hij dit boek recentelijk tegenkwam, terwijl hij al bezig was met deze klus, in een boekenwinkel en niet kon laten liggen. Het is een boek van de kunstenaar Rachid Ben Ali. Hij is in Marokko geboren en woont nu in Nederland. Hij heeft een rauwe, queer, agressieve stijl vol kleuren. Het is kritisch en persoonlijk. Ik vind het heerlijk. Jan noemde ook: “Door de consequentie, doordat het volgehouden is in elk werk, ook de walgelijkheid ervan, daardoor is het goed”.
Het viel hem op dat Ben Ali weer wat weg had van Jean-Michel Basquiat en haalde ook daar weer afbeeldingen van tevoorschijn. Hij vertelde me over Basquiat, die actief was in de jaren 80. Basquiat gebruikte ook tekstjes verwerkt in zijn kunst. Hij werkte nog samen met Andy Warhol. Helaas is hij ten onder gegaan door drugs, zonde… Voor in het boek van Ben Ali stond ook genoemd dat hij geïnspireerd is door Basquiat. Dat had Jan nog niet eens gezien. Hij zei “Iedereen staat op de schouders van een ander. Dat is alleen maar goed toch? Alleen het zijn steeds weer nieuwe interpretaties, waardoor je er toch steeds op een nieuwe manier naar kijkt”.
Ik liet hem weer een heel moderne artiest zien, die in mijn generatie populair is: Rogier Roeters. Je komt op Instagram overal wel mensen tegen (in ieder geval, onder mijn volgers en volgenden, misschien leef ik wel in een bubbel) die teksten delen van Roeters. Roeters schrijft vooral tekstjes met daar soms afbeeldingen bij. Jan vond het prachtig om te zien.
Jan liet mij nog meer kunstenaars zien die allemaal weer in een Duits kunstboek stonden, zoals Kiefer en Baselitz, en omschreef deze stijl van wilde afbeeldingen met tekstjes erbij als ‘zo lelijk dat het weer schitterend is. Iets dubbels heeft het’.
Hij vertelde me tijdens het bladeren dat hij groot fan is van de Duitse kunstschilder Albert Oehlen. Ook al klopt het anatomisch van geen kant, het gaat om de energie die erin zit en het uitstraalt. Hij liet mij meerdere werken zien, die ook zo ruig geschilderd zijn. We hadden het over dat deze 80ere jaren stijl nu weer aan het terugkomen is. Ook de boodschap van de werken, de boze ondertoon. De kritiek op de maatschappij nu zie je terugkomen, de isolatie, de angststoornissen. Jan zei nog, ja dat is precies wat jij me liet zien van Rogier Roeters. ‘Sorry dat ik sommige mensen haat, ik doe echt mijn best, maar ze zijn zo fucking kut’, aldus Roeters. Het is nog niet eens per se negatief, meer een verklaring van haat. De werken zijn positief omdat ze goede energie uitstralen, ook al is het onderwerp haat of woede.
Achter elk werk wat Jan maakt zit weer een verscheidenheid aan inspiratiebronnen. Jan is een soort wandelend kunstboek, hij weet zoveel over zoveel kunstenaars en zijn enthousiasme is aanstekelijk. Onze gesprekken bestaan voor maar 10% uit persoonlijke verhalen en de andere 90% bestaat een en al uit: “Ken je dit, ken je dat? Dit moet je echt zien. Deze artiest is cool!” en we raken er nooit over uitgepraat.
ZONDAG 23 MEI 2021
door Maureen Vreeburg
Van wanhoop tot kalmte via een potlood

Afgelopen zondag gingen ik en mijn tweelingzus Sharon Vreeburg langs bij Jan’s atelier om samen te eten en een avond te kletsen. Ik was er al anderhalf jaar niet meer geweest. Elke keer opnieuw als ik er kom word ik weer overweldigd door de ingang. Je loopt het gebouw binnen en komt in een donkere gang die al volhangt met werken van Jan. De muur met de deur naar zijn atelier is compleet beschilderd. Je moet echt goed kijken wil je de deur vinden. En door die deur lopen is alsof je een ander universum binnenstapt, de wereld van Jan. In deze wereld is Jan geheel zichzelf, hij hoeft zich niet in te houden of netjes te gedragen. Hij is allesbehalve terughoudend en kan zich helemaal laten gaan hier. Hier voelt Jan zich thuis. Dit is waar hij zijn passie uitoefent, dit is waar hij leeft.
We hadden een gesprek over reizen. Jan is al de hele wereld over geweest. Hij heeft een halfjaar in Chiang Mai gewoond, hij heeft een tijd in Californië gezeten, heeft bijna elke plek in Engeland bezocht en zelfs Israël, noem maar op. Ook heeft Suriname zijn hart overwonnen. Jan noemde dat hij het meeste houdt van doelbewust reizen. Ergens heen gaan met een doel voor ogen. Bijvoorbeeld om elke dag alles om hem heen te tekenen. Hij zei dat dit ervoor zorgt dat er coole dingen ontstaan. Van het een komt het ander en zo kom je ineens op plekken terecht waar je anders niet zou komen. Zo moest hij een keer voor een klus naar een filmlocatie in Aberdeen om daar te schilderen. Hij belandde op zulke aparte plekken waar hij anders van zijn leven niet zou komen. “Bij mij gebeuren de dingen als ik bezig ben met iets. Als ik niks doe, dan zak ik helemaal in. Daar word ik ongelukkig van, ik moet iets doen. Dan kan ik het heel druk hebben en dan ga ik ‘s avonds toch nog urenlang een hele lange brief maken, want dat moet ook nog. Dat pept elkaar helemaal op.”
Ik en Sharon gaven toe dat we eigenlijk precies het tegenovergestelde hebben. Wij reizen het meest vrij en open als we juist géén doel hebben. Een doel hebben zorgt ervoor dat we ons alleen daar op focussen en daardoor dingen om ons heen missen, met een soort tunnelvisie kijken we dan. Hierdoor sluiten we ons juist af van mogelijke avonturen of ontdekkingen en vergeten we soms om in het moment te genieten. Wij hebben het zelf ervaren met onze reis dat we zo bezig waren met goede foto’s maken, dat we daar achteraf een beetje spijt van hadden. Ik vertelde dat een van mijn favoriete trips Berlijn was en dat was toen ik naar Praag zou gaan en door corona in Berlijn strandde en ik had geen enkel plan, niks. Toen kwamen allemaal te gekke dingen op mijn pad. Ik houd juist van impulsieve dingen doen, zonder plan, zonder doel.
Jan vertelde toen dat hij een keer met een vriend een hele trip had gepland in London om in één week tijd zoveel mogelijk kunst op te zoeken, een en al naar musea en galerijen gaan. En Jan kreeg er zoveel energie van. Hij begon als een gek te tekenen en schetsen en zat er helemaal in. Zijn vriend zei op de vierde dag, ik kan niet meer, ik wil naar een park. Ik ben gesloopt. Jan snapte dat niet. “Maar we beginnen nog maar net!”
Ik zie het zo. Jan is duidelijk een stuk kalmer dan wij en daardoor ook makkelijker met dingen op zich af laten komen. Hij heeft natuurlijk al wel heel wat jaren meer levenservaring om die kalmte te vinden in zichzelf. Jan heeft een veel sneller verwerkingsproces. Hij ziet en bewondert, neemt het in zich op en gaat door, tekent het. Ik vertelde dat ik juist een heel traag verwerkingsproces heb, ik heb soms dagen nodig om iets te verwerken wat ik net gezien heb en ik merk dat ik na een paar uur door een museum lopen, doodmoe ben van alle indrukken en emoties die in die schilderijen zeggen.
Zoveel informatie die je in een korte tijd binnenkrijgt. Voor Jan is het tekenen juist een manier van verwerken. Als hij iets ziet wat hij choquerend of fascinerend vindt, móet hij het op papier zetten, het is haast therapeutisch. Zo liet hij ook een soort dagboekje zien vol met tekeningen van onder andere foto’s uit kranten van Syrië en Palestina. Hij was zo gechoqueerd door deze nare foto’s, dat hij ze moest tekenen. Ik was eerst verbaasd: “Hoe kan je zo lang naar zo’n nare foto kijken?”, maar het is een manier om iets een plek te geven. Hij vertelde dat als hij geconfronteerd wordt met zo’n foto hij radeloos en wanhopig wordt, tenzij hij het meteen begint te tekenen. In plaats van deze dingen wegstoppen in je eigen hoofd, teken je het van je af en geef je het op die manier ook aandacht. Zo kan je er meer rust in vinden. Ik bewonder deze manier van voor jezelf zorgen als het ware. Voor hem is tekenen veel meer dan een passie, het is een manier van pieken en dalen verwerken, van stilstaan bij een gebeurtenis, maar dan ook weer door kunnen gaan, het is eigenlijk een manier van leven.
Na bijna 5 uur lang gekletst, gegeten en werken uitgewisseld te hebben, vertrokken Sharon en ik weer met een haast extatisch gevoel. Sharon heeft meteen inspiratie gehaald uit de avond voor haar schoolopdracht waarmee ze vastliep (Sharon studeert Fine Art BEAR aan ArteZ). En we hebben heel kunstzinnig gedroomd die avond…
WORDT VERVOLGD